Kippenburg Beperkt toegankelijk voor publiek
Een lommerrijke laan leidt naar het watertje de Luts. Via een brug is het huis Kippenburg te bereiken.
Kippenburg is na 1832 als landhuis gebouwd door jhr. Oncko van Swinderen. De naam verwijst naar het hoenderhof dat volgens overlevering bij het landhuis hoorde. De Van Swinderens kregen de Gaasterlandse bezittingen via vererving van de familie Van Wyckel. In 1850 werd de bijbehorende boerderij gebouwd, die in 1896 werd vervangen.
Vanaf circa 1854 was Kippenburg als logement in gebruik. Er werd een tuinaanleg gerealiseerd met mooie lanen, waartussen percelen bos en weiland elkaar afwisselden. Het gebouw heeft twee bouwlagen onder een kap met twee schoorstenen. De wit geverfde voorgevel heeft vijf raamvakken en is afgesloten door een daklijst. Hierop is een van een open fronton voorziene schildering te zien, met het tafereel van een burcht en kippen. De ingang in het midden wordt door twee keer twee zes-ruitsramen geflankeerd. Op de verdieping wisselen zes-ruitsramen en deuren met balkonhekjes elkaar af. Aan de westzijde is goed te zien dat Kippenburg een dubbel pand is. Het achterste deel is onderkelderd. Aan de achterzijde is een houten aanbouw op zuilen geplaatst. Zo is een veranda ontstaan, die aan de bovenkant door een fraai uitgesneden lijst is afgesloten. Het interieur bezit nog vertrekken met oude bedsteden, betimmeringen en tegeltableaus.
Tot 1980 had Kippenburg een horecafunctie. De afstammelingen van de familie Van Swinderen hebben het ingericht als gastenverblijf dat in zijn geheel kan worden gehuurd.
Kippenburg ontstond op een bosperceel dat in 1832 eigendom was van jhr. Oncko van Swinderen, directeur van het doveninstituut te Groningen. Zijn oudste zoon Wicher was op dat moment burgemeester van Gaasterland en woonde op de Lycklamabosch. Hij was de eerste Van Swinderen die zich in Gaasterland vestigde. De tweede zoon, Gerard Regnier Gerlacius, was officier bij de Marine en in 1830 betrokken geweest bij het bombardement op Antwerpen. Tot 1834 bleef hij officier maar daarna ook hij naar Gaasterland. Het
is niet onwaarschijnlijk dat zijn vader Kippenburg voor hem liet bouwen. Bij het herenhuis werd een kippenboerderij gebouwd en het is mogelijk dat jhr. Gerard Regnier er enkele jaren heeft gewoond. Na zijn huwelijk met jkvr. Constantia Johanna Rengers ging hij bij haar op het oude jachtslot wonen en volgde hij zijn broer Wicher als grietman op.
Wie er daarna op Kippenburg kwam wonen is niet bekend. Het is aannemelijk dat het gezin van jhr. Gerard Regnier er heeft gewoond tijdens de bouw van het nieuwe Huize Rijs, dat in de plaats kwam van het oude jachtslot. Ook liet jhr. Gerard Regnier de Luts hergraven en verschillende rijpaden aanleggen waardoor Kippenburg toegankelijker werd. Ondanks zijn bemoeienissen erfde niet jhr. Gerard Regnier maar zijn jongste zuster jkvr. Johanna Margaretha het huis. Zij trouwde met de Groningse rechter jhr. mr. Wicher de Marees van Swinderen. Dit echtpaar had weinig belang bij een kippenboerderij en verhuurde het landhuis aan een kastelein.
In 1850 deed Kippenburg voor het eerst als logement van zich spreken via een advertentie in de Leeuwarder Courant. Voor de jaarlijkse paardenharddraverij op de nabij gelegen Wyldemerk kon men zich laten inschrijven bij het logement of herberg Kippenburg. Enkele jaren later bleek dat het logement al veel werd bezocht en vooral tijdens de jaarlijkse ‘Wildemarkt’ in augustus was het er erg druk. De keuring en loting van de hardraverijen vonden er plaats, Later kwam er ook nog de ‘Pinkster Wyldemerk’ en werden er op het terrein van ‘Kippenburg’ paarden, schapen en varkens verhandeld. Opvallend aan Kippenburg was dat er geen sterke drank mocht worden geschonken. Deze bepaling stond namelijk in het door de familie Van Swinderen opgestelde huurcontract, een bepaling die lange tijd stand heeft gehouden.
In 1880 wilde de familie De Marees van Swinderen afstand doen van Kippenburg. Op 17 februari stond er een advertentie in de Leeuwarder Courant. Hierop volgde een bod dat te laag werd bevonden. Vervolgens koos jkvr.Octavia Cornelia Susanne van Swinderen, weduwe van Cornelis Star Numan, ervoor de nieuwe eigenaresse te worden. Zij was een jongere zuster van de vorige. Blijkbaar wilde zij het bezit voor de familie zeker stellen en misschien dacht zij vooral aan haar kinderen, omdat zij zelf al 74 was. Kort na deze koop werd Kippenburg per advertentie te huur aangeboden. De heer Tieboel werd nu de nieuwe huurder, die zich ook weer per advertentie als logementhouder aanbeval. Toen Kippenburg in 1903 een andere huurder kreeg, werd het een pension. Alles werd opnieuw ingericht en ook families konden er gebruik van maken. Enkele jaren later volgde opnieuw een nieuwe uitbater en deze richtte zich voor het eerst op toeristen. Kastelein Bouke Dijkstra huurde het dertig jaar lang om daarna plaats te maken voor zijn kleinzoon Botte Schotanus.
Maar door de jaren heen bleef Kippenburg eigendom van de familie Star Numan, om vervolgens door een huwelijk van jkvr. Catharina Cornelia Star Numan in handen te komen van de bewoners van de Fraeylemaborg, de familie Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren. Eén van hen, jkvr. Louise, trouwde met jhr. drs. Van Panhuys, waardoor het uiteindelijk in het bezit kwam van jkvr. Mieke van Panhuys, die Kippenburg weer in de oude staat heeft teruggebracht en nu het landhuis aan groepen te huur aanbiedt.
bron: Fan Klif en Gaast; Ald Nijs út Gaasterlân door Sieger Rodenhuis en Geertje Kingma. Bewerkt overgenomen.